Uitspraak: ECLI:NL:OGEAA:2022:547
Samenvatting
Eiseres niet ontvankelijk. Verdeling nalatenschap.
Inhoud Uitspraak
Vonnis van 28 september 2022
Behorend bij A.R. nr. AUA201903756
GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN ARUBA
VONNIS
in de zaak van:
[EISERES], in haar hoedanigheid van wettelijk vertegenwoordiger van [ten tijde minderjarige],
wonend te Aruba,
eiseres,
hierna: [eiseres],
gemachtigde: mr. N.S. Gravenstijn,
tegen:
1[GEDAAGDE 1],
2. [GEDAAGDE 2],
3. [GEDAAGDE 3],
allen wonend te Aruba,
gedaagden,
hierna gezamenlijk: [gedaagden c.s.]
gemachtigde: mr. Z.T.M. Arendsz-Marchena.
1DE PROCEDURE
1.1.Het verloop van de procedure blijkt uit:
- het verzoekschrift, ingekomen op 29 oktober 2019,
- de conclusie van antwoord,
- de conclusie van repliek,
- de conclusie van dupliek.
1.2.
Vonnis is nader bepaald op vandaag.
2DE FEITEN
2.1.
Op 20 juni 2016 is [naam overledene], geboren op [geboortedatum] 1943, in Aruba overleden (hierna: erflater).
2.2.
Volgens de verklaring van erfrecht van 7 juli 2017 heeft erflater [ten tijde minderjarige], geboren op [geboortedatum] 2002 ([ten tijde minderjarige) en [gedaagden c.s.] achtergelaten als zijn enige erfgenamen.
2.3.
Erflater heeft niet bij uiterste wil (testament) over zijn nalatenschap beschikt.
3HET GESCHIL
3.1. [
Eiseres] vordert -samengevat- dat het gerecht bij vonnis, zoveel mogelijk uitvoerbaar bij voorraad, de verdeling van de nalatenschap vaststelt en nevenvorderingen toewijst.
3.2. [
Gedaagden c.s.] voert verweer en verzoekt het gerecht de verdeling overeenkomstig haar voorstel vast te stellen.
4DE BEOORDELING
4.1.
Uit de stellingen van partijen leidt het gerecht af dat zij de nalatenschap van erflater zuiver hebben willen aanvaarden om die vervolgens te verdelen.
4.2. [
Ten tijde minderjarige] was ten tijde van het openvallen van de nalatenschap in 2016 minderjarig. Onder het toen geldende recht gold dat [eiseres] als wettelijk vertegenwoordiger van [ten tijde minderjarige] de nalatenschap niet anders dan onder het voorrecht van boedelbeschrijving (beneficiair) kon aanvaarden. Voor zover de nalatenschap door [eiseres] zuiver is aanvaard, is die aanvaarding nietig en geldt de nalatenschap voor wat betreft de rechtspositie van [ten tijde minderjarige] als beneficiair aanvaard. Onder het nu geldende recht is dit niet wezenlijk anders (zie artikel 4:193 BW). De wettelijk vertegenwoordiger kan de nalatenschap met toestemming van de rechter in eerste aanleg verwerpen of binnen de in de wet genoemde termijn beneficiair aanvaarden, maar kan de nalatenschap niet zuiver aanvaarden. Indien de termijn (na eventueel verlengd te zijn) is verlopen zonder dat een verklaring is afgelegd, dan geldt de nalatenschap als door de erfgenaam beneficiair aanvaard. Het gerecht gaat er gelet op het voorgaande vanuit dat de nalatenschap geldt als door (de wettelijk vertegenwoordiger van) [ten tijde minderjarige] beneficiair aanvaard.
4.3.
Indien een nalatenschap door een van de erfgenamen beneficiair is aanvaard, moet de nalatenschap worden vereffend. Op grond van het overgangsrecht (artikel 90 AB 2021 no. 43) zijn daarop zoveel mogelijk de bepalingen van afdeling 3 van Boek 4 BW van toepassing. Pas na de vereffening kan de nalatenschap worden verdeeld. Dat betekent dat [eiseres] niet kan worden ontvangen in haar vordering tot verdeling en de daaraan verbonden nevenvorderingen. Het gerecht zal [eiseres] in haar vorderingen niet-ontvankelijk verklaren.
4.4.
Het gerecht ziet aanleiding de proceskosten tussen partijen te compenseren zoals in de beslissing bepaald.
5DE BESLISSING
Het gerecht:
verklaart [eiseres] niet ontvankelijk in haar vorderingen;
compenseert de proceskosten zo dat iedere partij de eigen kosten draagt.
Dit vonnis is gewezen door mr. J.A. van Voorthuizen, rechter, en is uitgesproken ter openbare terechtzitting van woensdag 28 september 2022 in aanwezigheid van de griffier.
Datum uitspraak: 28 september 2022
Instantie: Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
Zaaknummer: AR nr. AUA201903756
Inhoudsindicatie: Eiseres niet ontvankelijk. Verdeling nalatenschap.
Rechtsgebieden: Civiel
Rechter: mr. J.A. van Voorthuizen
Bijzondere kenmerken: eerste aanleg – enkelvoudig
art. 1072 BW (oud) jo. art. 1:353 lid 1 BW (oud)
ECLI:NL:HR:1988:AC1018
Vindplaatsen
- Rechtspraak.nl
- JERF Actueel 2023/461
- ERF-Updates.nl 2023-0463
Terug naar Home